Werknemers van wie de partner is bevallen, hebben sinds vorig jaar recht op betaald geboorteverlof van maximaal één keer de arbeidsduur per week. Sinds 1 juli 2020 is hier ook het aanvullend geboorteverlof van vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur bij gekomen. Voor dit verlof kunt u voor uw werknemer bij het UWV een uitkering aanvragen. Hoe gaat deze regeling er precies uitzien?
Sinds 1 januari 2019 is in de Wet arbeid en zorg (WAZO) het kraamverlof voor werknemers van wie de partner is bevallen, vervangen door het geboorteverlof. Het kabinet heeft aan het geboorteverlof nu ook per 1 juli 2020 de regeling van het aanvullend geboorteverlof toegevoegd. De invoering van het aanvullend geboorteverlof is geregeld in de Wet invoering extra geboorteverlof, toepasselijk afgekort tot WIEG. Wat houdt de invulling van deze regeling nu precies in voor uw werknemer en voor u als werkgever?
Partner
Het aanvullend geboorteverlof geldt voor kinderen die zijn geboren op of na 1 juli 2020. Voor een kind dat is geboren vóór 1 juli kan de werknemer alleen het geboorteverlof van één week opnemen. Het is niet mogelijk het aanvullende geboorteverlof met terugwerkende kracht op te nemen. Daarnaast kan de werknemer alleen aanvullend geboorteverlof opnemen als hij eerst het geboorteverlof van één week heeft opgenomen. De regeling voor het (aanvullend) geboorteverlof is bedoeld voor de partner van de moeder van het pasgeboren kind. De werknemer geldt hierbij als partner van de bevallen moeder als hij of zij:
- Getrouwd is met de moeder van het kind;
- Een geregistreerd partnerschap met de moeder heeft afgesloten;
- Het kind erkent, zonder aan één van de bovenstaande eisen te voldoen.
Overleg met de werkgever
Het aanvullend geboorteverlof bedraagt maximaal vijf keer de arbeidsduur per week. De werknemer kan ook minder dan vijf weken verlof opnemen. Wel is in de WIEG vastgelegd dat hij alleen verlof voor hele weken kan aanvragen. De werknemer bepaalt in overleg met u als werkgever op welke manier hij zijn verlof opneemt. Hij kan bijvoorbeeld vijf weken verlof achter elkaar opnemen of het verlof over een langere periode spreiden. De werknemer heeft zes maanden de tijd om het verlof op te nemen, te rekenen vanaf de eerste dag na de bevalling.
De aanvraag van extra geboorteverlof
Een werknemer die aanvullend geboorteverlof wil opnemen, vraagt dit schriftelijk of elektronisch (per email) bij u aan. Dit doet hij in principe minimaal vier weken vóór het moment waarop het verlof moet ingaan. De werknemer vermeldt in zijn aanvraag in welke periode hij het verlof wil opnemen, om hoeveel hele weken verlof het gaat en hoe hij het verlof wil spreiden. Lukt het de werknemer niet om tijdig het verlof aan te vragen, bijvoorbeeld omdat zijn kind te vroeg geboren wordt, dan geeft hij zo snel mogelijk aan u door dat hij verlof wil opnemen. Uw bedrijf mag het verlof niet weigeren. Wel kunt u tot twee weken vóór de ingangsdatum de invulling van het verlof wijzigen, maar dit kan alleen op grond van een zwaarwegende bedrijfs– of dienstbelang en na overleg met de werknemer.
Uitkering en UWV
Het aanvullend geboorteverlof is, in tegenstelling tot het geboorteverlof van één week, zonder behoud van loon. Het UWV verstrekt de werknemer tijdens het aanvullend geboorteverlof een uitkering op basis van de WAZO. Deze uitkering bedraagt 70% van het dagloon van de werknemer, maar niet meer dan 70% van het maximumdagloon. Wel kunnen in uw CAO afspraken zijn gemaakt dat uw bedrijf de uitkering aanvult tot 100%. U kunt hierover ook een individuele regeling treffen met de werknemer als uw CAO dit toelaat.
Nadat u met de werknemer afspraken heeft gemaakt over de opname van het aanvullend geboorteverlof, vraagt u namens hem de uitkering aan bij het UWV. Dit kan (eenmalig) vanaf vier weken vóór de ingangsdatum van het aanvullend verlof tot vier weken na de laatste dag waarop het verlof is opgenomen. U doet de aanvraag in de Verzuimmelder in het werkgeversportaal of Digipoort. Het UWV heeft de volgende gegevens van u nodig:
- De geboortedatum van het kind;
- Het aantal weken dat de werknemer verlof wil opnemen (minimaal één, maximaal vijf);
- De ingangsdatum van het verlof;
- Een verklaring dat de werknemer het geboorteverlof van één week al heeft opgenomen.
Wijzigingen doorgeven
Ook laat u bij de aanvraag het UWV weten of zij de uitkering rechtstreeks aan u uitbetaalt of aan de werknemer. Het UWV betaalt de uitkering elke vier weken uit, of de werknemer het verlof nu achter elkaar of juist gespreid opneemt. Als het dienstverband van de werknemer eindigt tijdens zijn verlof, geeft u dit bij de aanvraag aan. Wijzigt er iets in de situatie van de werknemer, bijvoorbeeld de ingangsdatum van het verlof of het rekeningnummer? De wijzigingen kunt u aan het UWV doorgeven met het formulier ‘Wijzigingen van werknemers die een Ziektewet- of WAZO-uitkering hebben’. Dit formulier is te vinden op de website van het UWV (www.uwv.nl). Gaat de werknemer bij uw bedrijf uit dienst en heeft hij een nieuwe werkgever gevonden? Dan kan hij het verlof dat hij nog niet bij u heeft opgenomen, alsnog opnemen bij zijn nieuwe werkgever.
Loondienst
Een werknemer heeft de mogelijkheid om aanvullend geboorteverlof op te nemen als hij in dienst is bij een werkgever. Hij kan geen verlof met uitkering opnemen als hij vrijwillig verzekerd is voor de werknemersverzekeringen, zelfstandige is of werkloos is, tenzij hij gedeeltelijk een uitkering heeft en daarnaast in loondienst werkt. Dan kan hij verlof opnemen voor het deel dat hij in loondienst is.
Let op: het aanvullend geboorteverlof kan leiden tot verlaging van de toeslagen die de werknemer ontvangt van de fiscus. Op de opbouw van vakantiedagen heeft het verlof echter geen invloed: die loopt dit. Informeer uw werknemer tijdig hierover.
Heeft u vragen of heeft u behoefte om een aanvraagformulier voor het aanvullend geboorteverlof met uw personeel te delen? Neem dan contact op met Werkassist. Bel naar 0297 820 879 of mail naar info@werkassist.nl.